Stopzetten betaling pensioenpremies wegens Corona-crisis mogelijk?

Inleiding

In deze blog wordt ingegaan op de mogelijkheden voor werkgevers om de betalingsverplichting van pensioenpremies tijdelijk, in elk geval voor de duur van de Corona-crisis, per direct stop te zetten. Waar veel noodmaatregelen (slechts) leiden tot uitstel van betalingsverplichtingen, richt deze blog zich op de mogelijkheid om de betalingsverplichting van de werkgever geheel of gedeeltelijk stop te zetten. Geen uitstel van betaling, maar afstel. Dit heeft als belangrijk voordeel dat, wanneer deze crisis eenmaal achter de rug is, de werkgever niet (eerst) een inhaalslag hoeft te maken met betaling van achterstallige pensioenpremies. Het doel is dat banen behouden kunnen blijven.

Als bekend worden vele ondernemingen momenteel bijzonder hard getroffen door de noodzakelijke overheidsmaatregelen rondom de Corona-crisis. Bepaalde sectoren zijn geheel gesloten. Daarnaast is werknemers verzocht om, indien mogelijk, zoveel mogelijk vanuit huis te werken met als gevolg (in veel gevallen) een daling van productiviteit. In onzekere tijden worden nieuwe opdrachten niet of minder verstrekt waardoor ondernemers hun orderportefeuille zien opdrogen. Dit leidt tot ernstig omzetverlies waardoor de liquiditeit van ondernemingen snel kan afnemen. Daarom verwachten wij dat veel werkgevers niet gered zijn met uitsluitend uitstel van betaling van pensioenpremie.

Noodmaatregelen

Gelukkig heeft de regering naast maatregelen die moeten leiden tot inperking van het virus, ingrijpende flankerende maatregelen getroffen die met name gericht zijn op het behoud van werkgelegenheid. Te denken valt aan de mogelijkheid van betalingsuitstel voor alle belastingen waarmee ondernemers hebben te maken, zoals loonbelasting, vennootschapsbelasting en omzetbelasting.

Daarnaast biedt de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (“NOW”) werkgevers de mogelijkheid om afhankelijk van de hoogte van het omzetverlies (verband houdend met de Corona-crisis) een tegemoetkoming in de loonkosten te verkrijgen. De regeling geldt voorlopig voor 3 maanden en kan desnoods worden verlengd met nog eens 3 maanden. De werkgever ontvangt de tegemoetkoming, houdt personeel in dienst en is beter in staat de loonbetaling voort te zetten. Maximaal 90% van het loon komt voor vergoeding in aanmerking. De resterende 10% wordt gezien als ondernemersrisico. Of werkgeverspensioenpremie ook onder het loonbegrip van de noodregeling valt moet worden afgewacht, maar wij houden er rekening mee dat dit niet het geval zal zijn omdat pensioenpremie nu eenmaal een secundaire arbeidsvoorwaarde betreft. Een noodmaatregel beperkt zich uit de aard tot de primaire arbeidsvoorwaarden.

Tevens bieden de Stichting van de Arbeid, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars een handreiking aan werkgevers die door de Corona-crisis in dringende problemen komen of zijn gekomen. Aan die werkgevers wordt uitstel van betaling van pensioenpremies geboden waarbij de rechten van werknemers intact blijven.

Het zal duidelijk zijn dat deze maatregelen werkgevers de broodnodige financiële lucht geven, echter een ondernemer kent naast de loonkosten nog diverse verplichtingen die in beginsel onverminderd doorlopen zoals huurkosten of verzekeringspremies. Genoemde regelingen bieden daarom wel enig soelaas maar lossen zeker niet alle financiële problemen van de werkgever op. Hieronder bespreken wij daarom op welke wijze en onder welke voorwaarden men de werkgeversbijdrage in de pensioenpremie eventueel kan staken.

Toepassing betalingsvoorbehoud

Indien de werkgever de pensioenregeling heeft ondergebracht bij een pensioenverzekeraar, een premiepensioeninstelling, een algemeen pensioenfonds of bij een eigen ondernemingspensioenfonds, kan hij mogelijk met een beroep op het betalingsvoorbehoud als bedoeld in artikel 12 van de Pensioenwet, zijn bijdrage in de pensioenpremie (tijdelijk) beëindigen. Daarvoor is vereist dat dit voorbehoud is opgenomen in de pensioenregeling en dat sprake is van ingrijpende wijziging van omstandigheden. De werkgever kan dan zijn deel van de pensioenpremie (tijdelijk) beëindigen. Het deel van de pensioenpremie dat door de werknemers wordt bijgedragen, dient wel onverminderd te worden voldaan. De werkgever houdt dit deel van de pensioenpremie in op het loon van de werknemer en draagt dit af aan de pensioenuitvoerder. Van belang is daarom of de werknemerspensioenpremie al dan niet onderdeel gaat uitmaken van het loonbegrip van de noodmaatregel.

Wanneer de werkgever vaststelt dat de financiële onmacht als gevolg van de Corona-crisis voorbij is, kan hij zijn bijdrage in de kosten van de pensioenregeling hervatten.

Betalingsonmacht melden

Veel werkgevers vallen onder een wettelijk verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. Daarbij is de verplichting tot betaling van pensioenpremies wettelijk geregeld en kan de werkgever geen beroep doen op het hiervoor genoemde artikel 12 van de Pensioenwet. Indien de werkgever bijvoorbeeld als gevolg van de Corona-crisis niet langer in staat is om de wettelijk verplichte pensioenpremies af te dragen aan het bedrijfstakpensioenfonds waarbij hij is aangesloten, dient hij dit uiterlijk binnen 14 dagen schriftelijk te melden aan het bedrijfstakpensioenfonds. Ook dient hij (kort gezegd) de oorzaak van de betalingsonmacht te vermelden. Wordt deze melding niet op de juiste wijze gedaan, dan kan dit leiden tot hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurder van de onderneming voor betaling van de pensioenpremies. Tijdige en juiste melding van betalingsonmacht is hier dus van het grootste belang! Vrijwillige aansluiting en vrijwillige modules ondergebracht bij verplicht bedrijfstakpensioenfondsen worden in de regel geregeerd door analoge toepassing van de regels voor verplichte aansluiting. De werkgever moet nagaan hoe dit in zijn situatie is geregeld, maar doet er verstandig aan ook ten aanzien van deze premie financiële onmacht te melden.

Wij sluiten niet uit dat sociale partners die de inhoud van de pensioenregeling bepalen, gezamenlijk besluiten om de pensioenregeling van verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen (tijdelijk, voor de duur van de Corona-crisis) te versoberen. Indien het bestuur van het bedrijfstakpensioenfonds volgens de toepasselijke statuten bevoegd is het pensioenreglement vast te stellen, kan het bestuur deze ingreep plegen. Daarmee zouden zij de branche de pensioenpremielast (tijdelijk) kunnen besparen. Deze bedrijfstakpensioenfondsen hebben hier naar onze mening ook groot belang bij, omdat veel werkgevers mogelijk niet in staat zullen blijken om de verplichte pensioenpremies die achterstallig worden, later alsnog af te dragen. Werknemers hebben echter op grond van de wettelijke verplichtstelling (de regel is “geen premie, toch pensioen”) recht op pensioenopbouw waarbij het niet uitmaakt of werkgevers hun pensioenpremies hebben afgedragen. Om die reden kan het wel eens van groot belang zijn om de pensioenregelingen in sectoren zoals bijvoorbeeld de horeca en het kappersbedrijf op korte termijn te versoberen. Weliswaar missen de werknemers dan pensioenopbouw gedurende de periode van de versobering, maar het behoud van banen lijkt zwaarder te wegen in tijden van crisis. Daar komt bij dat indien de pensioenopbouw zou doorlopen maar premies niet blijken te kunnen worden betaald, de werknemers via de route van (ingrijpende) rechtenkortingen alsnog worden getroffen.

Conclusie

Om de werkgelegenheid in stand te houden tijdens deze Corona-crisis, zijn er diverse noodmaatregelen waarop werkgevers een beroep kunnen doen. De meeste van deze regelingen leiden tot betalingsuitstel zodat de rekening alleen wordt opgeschoven in de tijd en alsnog betaald dient te worden wanneer de werkgever weer opkrabbelt na deze crisis. 

De werkgever kan onder omstandigheden echter ook kiezen voor een geheel andere aanpak die er toe leidt dat de werkgever wordt bevrijd van de betalingsverplichting van pensioenpremies. Wij informeren u graag over de details en voorwaarden waaraan u daarvoor als werkgever dient te voldoen.        

Terug naar overzicht